De bioritmes werken door elkaar heen

De mannelijke en vrouwelijke ritmes spelen door elkaar heen. Ze staan vooral in nauwe samenhang met zes uren ervoor en zes uren erna. Het is belangrijk om de samenhang van de ritmes te zien. De periodieke samenhang van 28 en 33 dagen samen, geven kans op ruzie, foutieve bewerkingen, emotionaliteit, stress, kleine ongelukjes met grotere gevolgen. Op zo’n dag zegt men: ‘ik heb vandaag mijn dag niet!’ De periodieke samenhang van 23 dagen met 33 dagen geven kans op verlies van sportprestaties.

● Het volperiodiek ritme (100%) van 23 dagen kan betekenen, dat er niet voldoende werklust is. (volle ritmeperiode);

● In dit ritme bestaat zelfs de kans, dat men sneller op zijn teentjes is getrapt of dat er agressief gereageerd wordt;

● Ook bestaat er in dit ritme kans op kleine ongelukjes of een begin of verslechtering van een kwaal;

 

● Het volperiodiek ritme (100%) van 28 dagen kan betekenen, dat men bitse opmerkingen maakt, dat men met  zinloze frustratie te maken krijgt;

● Dit kan ook betekenen, dat men langzaam reageert of dat er een verslechtering ontstaat door frustraties;

● Het volperiodiek ritme (100%) van 33 dagen geeft vaak concentratiezwakte, neiging tot fouten en vergissingen;

● Daarbij is de kans op geestelijke kortsluiting mogelijk en er wordt niet altijd even snel gereageerd;

(ook kans op mogelijk traag reageren in bepaalde omstandigheden).

 

Wanneer minus en plus in het bioritme niet in evenwicht zijn, kan niet altijd even veel gepresteerd worden. Het mannelijk ritme duurt 23 dagen. Dit houdt gelijke tred met de lichamelijke gesteldheid. De stier is overigens om de 23 dagen vruchtbaar en deze staat voor het mannelijk in de mens.

Ieder mens heeft 46 chromosomen (2 x 23).  De man is bij 2 x 23 ritmedagen speciaal mannelijker. Zelfs met 46 dagenritme of 46 jaren! Het mannelijke in de vrouw maakt dit zeker kenbaar.  De vrouwelijke hormonen van de vrouw manifesteren zich om de 56 dagen (2 x 28 dagen). Dan is de vrouw in het bijzonder vrouwelijker. Het vrouwelijke aspect in de man speelt hierbij een rol.

Alle 3 ritmes (23,28 en 33) verschillen 5 dagen van elkaar. Het 33-ritme is het felst in zijn ritme.

· het dagritme geldt voor het percentage van 0-50%

· het nachtritme geldt voor het percentage van 50-100%

Zit men in een dagperiode, dan beschikt men over veel meer kracht. Heeft men te maken met een nachtperiode, dan beschikt men over meer rust, die ook noodzakelijk is. In deze regeneratiefase bouwt men die op. Opmerking: het bioritme van 23, 28 en 33 dagen zijn gemakshalve gekleurd. Elk ritme kent haar fasekleur!

<terug naar menu

 ©          www.natuurarts.info