Varkensvlees is goed mits...

Kritiek op voedselvoorschriften van Mozes

 

Een vraag van een Romeinse herbergier

Waarom eten de joden eigenlijk geen varkensvlees, dat toch duidelijk beter is dan schapenvlees? Waarom heeft Mozes hun dat verboden? Wij Romeinen verstaan de kunst om het vlees van varkens goed klaar te maken, we eten het en wij worden ouder dan de joden. Ik denk dat de goede Mozes met dat verbod een grap met het volk heeft uitgehaald. Hij was in alle Egyptische mysteriën ingewijd en heeft goed inge­zien dat zijn stamgenoten in Egypte louter varkens zijn geworden, en wij Romeinen maken daar grapjes over en zeggen: Mozes heeft ingezien dat dit volk tot de allerlaagste diepte van vuiligheid is vervallen, en om te zorgen dat het niet nog vuiler wordt mag het geen varkensvlees eten, omdat het toch al vuiler was dan het smerigste varken. En ik denk dat Mozes helemaal gelijk had; want dat volk in Egypte dacht aan niets anders dan aan één stuk door te vreten. Er was tenslotte geen enkel dier meer veilig voor hun vraatzucht. Maar Mozes, die immers zelf een jood was, had erbarmen met dit volk en had voor alles regels opgesteld om dit volk tot zijn vroegere gezondheid en nuchterheid terug te brengen; want hij, die in alle Egyptische wetenschappen en geheimen ingewijd was, was zich heel goed bewust wat hij moest doen om zijn in ieder opzicht aan lager wal geraakte volk in alle opzichten te redden, en hij maakte dus ook een voorschrift over wat het wel en niet mocht eten. In Egypte was, zoals al eerder opgemerkt, geen dier veilig voor hun vraat­zucht, alle soorten vogels in de lucht, alle soorten dieren op de Aarde en alle soorten dieren van de zee liepen gevaar, terwijl de oude Israëlieten en ook de oude Egyptenaren niets anders tot zich namen dan alleen het vlees van koei­en, kalveren, ossen en stieren, kippen, lammeren en geiten, enkele soorten goede vis, brood en wijn, en daar volkomen gezond bij bleven. Als de oude Egyptenaren en ook de oude Hebreeërs net als wij Romeinen geweten had­den hoe je varkensvlees moet klaarmaken, dat het de lichamelijke gezond­heid niet schaadt, evenals het vlees van verschillende andere vogels en ook dieren, zoals herten, reeën, gazellen en hazen, dan zouden ze daar ook gezond bij gebleven zijn, evenals wij.

 

Maar Mozes was, wat zijn opvoeding betreft, een Egyptenaar en heeft dus ook bij zijn volk, nadat hij het uit de klauwen van de Farao gered had, een lijst met voedingsmiddelen ingevoerd, die aan het hof van de Farao, waar hij geleefd had en opgevoed was, algemeen gebruikelijk was. Hij heeft die lijst met voedingsmiddelen, onder ons gezegd, mijn beste, wonderbaarlijke vriend, weliswaar een goddelijk tintje gegeven, omdat hijzelf in zeer nauwe verbinding met de Godheid zou hebben gestaan, en hij zei zelfs, dat iemand zich ook wat zijn ziel betreft, zou verontreinigen als hij ander voedsel tot zich zou nemen dan hij voorgeschreven had. Dat heeft hij waarschijnlijk gedaan om zijn volk des te bestendiger nuchter te houden; maar toch was hij er daar­na in de Arabische woestijn meer dan veertig jaar druk mee, eer hij het volk zover had geschoold dat het alleen bij deze voorgeschreven spijzen bleef. Maar daarmee had hij echt niet veel gewonnen, zoals wij Romeinen dat beoordelen; want hij had het volk te sterk en te streng gewend aan het hou­den van de uiterlijke normen en hij heeft het doen geloven, dat men ten aan­zien van een uiterst reine, goede en almachtige Godheid al helemaal genoeg gedaan had als men alleen de uiterlijke wetten in acht neemt en ik moet U eerlijk zeggen, mijn beste, wonderbaarlijke Vriend, dat hij zijn volk daarmee niet een hele, maar slechts een halve weldaad heeft bewezen. De beste wetten die hij gegeven heeft waren die, waarmee hij het volk weer met zijn God van Abraham, Isaak en Jacob heeft bekend gemaakt.

 

Wat echter die zogenaamde lijst met voedingsmiddelen alsook de oerou­de, weer opgefriste besnijdenis betreft, daar heeft hij naar mijn opvatting niet het beste mee bewerkstelligd; maar hij was over het algemeen van goede wil en heeft voor zichzelf als bevrijder van dit volk een eeuwig gedenkteken gevestigd. Maar als hij zijn volk meer met de wijsheid van de oude Egyptenaren bekend had gemaakt dan hij gedaan heeft, zou hij daar bij zijn volk een beter doel mee hebben bereikt dan met het verbod goed toebereid varkensvlees te eten. En ik heb de indruk dat dit ook de oorzaak er van geweest moet zijn, dat het volk Israël, zoals het in deze huidige tijd leeft, zo diep gezonken is. Wat voor raad zou U, wonderbaarlijke Meester, de mensen geven, met betrekking tot de vraag wat een mens al dan niet mag eten?'

 

Toen zei de Heer: “Het vlees van de varkens is goed. Maar men moet wel het geslachte dier heel goed leeg bloeden en vervolgens zeven dagen in zout en azijn met tijmkrui­den liggen. Daarna moet men het uit die marinade halen en het goed met linnen afdrogen, het vervolgens enkele weken in de rook van goed hout en kruiden ophangen tot het helemaal hard en volledig droog wordt. Als men het dan wil nuttigen, moet men het van tevoren koken in een deel water en een deel wijn met tijm en peterselie. Daarmee heeft men goede en gezonde voeding op tafel; deze dieren moeten evenwel steeds in de winter worden geslacht. Zoals dat met varkens het geval is, zo moet ook met de andere onreine dieren worden omgegaan, wil het vlees ervan, bij een matig gebruik, niet schadelijk zijn voor de mens. Wat evenwel voor de dieren van het land geldt, geldt ook voor allerlei gevogelte en voor allerhande zeedieren!" (bron: uit Genezing en Gezondheid – Jakob Lorber  GJE-8-hoofdstuk 239)

<terug naar menu

©             www.natuurarts.info