Vingers verraden karakter

 

duim: het opperhoofd van de hand; het zelfbewustzijn;

te korte wijsvinger: hoge eisen aan zijn gevoel stellen;

te lange wijs­vinger: zelfbewustzijn is sterk met trots;

pink: relatie met jokken en bekwaamheid;

ringvinger: een relatie met stotteren (dat is het ik-goud; 'wat stottert er?´ wat niet vlot kan door­klinken?

spatelhand: emoties van het ogen­blik;

duimknobbel: eigen ideeën vasthouden, maar niet altijd koppig;

kromme pink bij vrouw: voorzichtig met paardrijden! (vanwege de baarmoeder);

ringvinger en middelvinger vaak over elkaar heen leggen: een bepaalde vorm van conversatie;

duim onder vinger: niet altijd over voldoende zelfvertrouwen beschikken;

handen zodanig neerleggen dat voldoende ruimte is tussen vingers: op eigen benen staan;

vingers dicht naast elkaar bij het plat neerleggen: afhankelijk met plichtbesef;

fijnheid van de binnenkant van de hand geeft niveau aan; hoe fijner hoe subtieler;

lange nagels: gemakkelijk en flexibel in de omgang;

korte nagels: soms kritisch en niet zomaar tegenspraak dulden;

hand neigt naar kleur rood of rossig bruin: graag commanderen;

wijsvingerlid lang gevuld: neiging tot overheer­sing;

eerste wijsvingerlid lang: neiging tot dominantie. 

                                                                                                                                                            <terug naar menu

 ©           www.natuurarts.info