In een homeopathisch middel blijven de
werkzame krachten altijd behouden ofschoon er nog zo veel is gepotentieerd
(geschud en verdund). Zo is het evengoed belangrijk de vraag te stellen, wat er
aan werkzame krachten dan ontbreekt in het lichaam. Het ligt voor de hand, dat
er getracht wordt de ontbrekende werkzame krachten als zielsmatige stoffen toe
te voegen. Een lonende puzzelopgave. Er ontbreken zielestofjes in de zieke.
Zijn eenmaal zulke stofjes toegevoegd op ‘passende wijze’, dan gaat het met de
zieke beter. Als men gezond is kan men veel hebben. Elk mens kan veel aan
belastbare stoffen hebben. Eenmaal ouder kan hij minder verdragen. Elk leven
kent zijn prijskaartje. Ziekte wordt verstoorde levenskracht genoemd, die naar
buiten wil als reflecterende kracht. Een ziekte ontwikkelt zich niet zomaar. Er
is altijd een verborgen oorzaak, die vaak onmerkbaar werd doorgemaakt. Het
kiezen van het juiste middel is niet zo eenvoudig. Dit heeft met de tijdsduur
van de behandeling te maken, die erg uiteen kan lopen. In moeilijke situaties
is het verbluffend te zien met welke kracht een homeopathisch middel een
ernstig ziek lichaam kan herstellen. Het
niet geloven in homeopathie lijkt op een bevooroordeeld denken. Kinderen,
dieren en planten reageren fijngevoelig op homeopathie. Een hoge potentie
(D200) werkt krachtiger en sneller dan een lage potentie (D6 of een D12). Het
verdunde (gedynamiseerde) homeopathisch middel wekt de levenskracht op. De
verkeerde zielstofjes worden vrijgemaakt voor zover de zieke dit
verwerkingsproces nog aan kan. Door het ritmisch schudden van de grondstoffen
nemen de elektronen de werking van de opgeloste stof over als een soort
negatief. De informatie blijft altijd bewaard in het distillaat, poeder- of korrelvorm.
Homeopathische korrels moeten zo min mogelijk worden aangeraakt omdat de
informatie niet alleen in de korrel zelf schuilt, maar eveneens aan de
buitenkant. Het negatief van de opgeloste stof kan worden verstoord door de
transparante zweetstofjes aan de vingertopjes.