Bedplassen
Enuresis nocturne is de Latijnse benaming voor nachtelijk
plassen, een klacht die vaker bij jongens dan bij meisjes voorkomt. Gewoonlijk
wordt in de eerste slaap rijkelijk urine geloosd, zonder dat het kind wakker
wordt. Er zijn gevallen, dat de blaasspier zo zwak is dat overdag de urine
moeilijk opgehouden kan worden (enuresis diata). Diverse oorzaken zijn
aanwijsbaar voor het nachtelijk bedplassen; deze klacht kan op de lange duur
grote psychische problemen voor het kind veroorzaken. Hij gaat zich anders
voelen en kan niet logeren, niet meedoen met schoolkampen, enzovoort. Dit
geknakte zelfvertrouwen kan weer herwonnen worden door sport en spel te doen.
De oorzaken kunnen in de blaas zelf gelegen zijn. In het zenuwstelsel kan
bedplassen een reflectorisch gevolg zijn van maden en koude voeten. Vaststaat,
dat deze kinderen in de regel onrustig en constitutioneel nerveus zijn.
Aard, oorzaak en behandeling
(Bed)wateren
(Enuresis) is een vorm van stoornis in de blaasfunctie, waarbij lediging van
urinehoeveelheden onbewust en zuiver reflectorisch geschiedt, vooral 's nachts
in de slaap (nocturna), maar ook overdag (diurna), zonder dat bij dit
ziektebeeld veelal organische stoornissen van het urineapparaat of van het centrale
zenuwstelsel aantoonbaar zijn.
Onwillekeurig
urineren bij een zuigeling is tot in het tweede levensjaar een normale
(fysiologische) toestand. Pas in de loop van het tweede jaar ontwikkelen zich
langzamerhand in de grote hersenen en in de hersenstam (voor de blaasfunctie)
diverse centra, die ervoor zorgen dat het urineren aan het bewustzijn
onderworpen wordt en door de wil wordt bestuurd. De overgang verloopt meestal
vloeiend en is qua tijd afhankelijk van veelvuldige factoren. Zo komt het, dat
- uitgaande van een gezonde toestand ‑ door extra (op)voedingsmaatregelen
het zindelijk worden eerst overdag geleidelijk in normale banen geleid wordt,
terwijl 's nachts door het gewone slapen de handeling van de wil de urinedrang
vooralsnog niet opgemerkt en verwerkt kan worden. Pas veel later wordt zich het
gezonde kind ook in slaaptoestand bewust van het gevoel zijn urinedrang te
beheersen en aan zijn eigen wil ondergeschikt te maken.
Over
het algemeen kan het kind zindelijk worden in de loop van het tweede of derde
levensjaar. Blijft echter tegen het einde van het vierde jaar de toestand van
het bedwateren 's nachts nog bestaan, dan hebben we te maken met het eigenlijke
ziektebeeld van de Enuresis nocturna. Uit deze overwegingen blijkt
onvermijdelijk, dat het bedwateren hoofdzakelijk een kwaal van een
kinderleeftijd is. In veel gevallen echter blijft het bedwateren na de
kinderleeftijd nog bestaan. Ook een al lang minder geworden Enuresis kan op grond
van invloeden van buitenaf zoals natte kou, grote inspanning, losbandigheid en
psychische factoren op iedere leeftijd weer opkomen en bij langdurige inwerking
van zulke beschadigingen of invloeden, dan zeer zeker manifest (zichtbaar)
worden.
Jongens
lijden aan bedplassen over het algemeen meer dan meisjes. In procenten
uitgedrukt is het bij jongens meestal een keer zo hoog. Het percentage van
bedwaterende kinderen die thuis wonen of die in tehuizen verblijven, is zeer
verschillend. Ook een niet onaanzienlijk deel van volwassenen lijdt aan
Enuresis nocturna en wel in verhouding tot betrokken kinderen van 1:5.
Afgezien
van de relatief zeldzame gevallen, waarbij een organische kwaal zo´n
ziektebeeld veroorzaakt, ontstaat het bedwateren in hoofdzaak op grond van een
gevoelig zenuwstelsel. De hypofyse moet de controle over de
"stoffelijke" hersenen tot in het achterhoofd tot stand brengen en
daarom controleert ze tenslotte alle organen van het lichaam en alles wat zich
in de organen afspeelt, speciaal ook de verdeling van het vocht in het lichaam.
Als een groter kind altijd nog niet de afvoer van zijn water kan beheersen, dan
is de eenvoudige oorzaak daarvan dat de hypofyse het achterste deel van het
hoofd nog steeds niet controleert. Op grond van deze gevoelige zenuwzwakte
wordt het echte ziektebeeld tenslotte veroorzaakt door een constitutionele
zwakte van de blaasspier, een abnormale diepe slaap, of dromen over het
zindelijk worden, en door verkeerde voeding en opvoedingsfouten.
Enerzijds
bestaat er een causale behandeling, anderzijds een ondersteunende en
aansterkende behandeling.
Bedplassen is een veel voorkomend euvel dat nauw
samenhangt met het zielenleven. Vaak gaat een al zindelijk kind weer in bed
plassen zodra het een zusje of broertje gekregen heeft of kennelijk
terugverlangt naar de babystaat om dan weer net zo door moeder vertroeteld te
worden als het nieuwe kindje. Liefde en aandacht helpen beter dan boosheid en
straf. Het kind niet langdurig op de po laten zitten, omdat het kind anders het
nut van het zijn behoefte laten doen niet duidelijk wordt!
Om het zindelijk of schoonhouden ook 's nachts aan te
leren moet er een algemene gewenning aan regelmatige plastijden bereikt worden.
Kinderen met een rustige diepe slaap worden 's nachts twee keer gewekt (bijv.
om 23.00 en 05.00 uur, gevoelige kinderen met een onrustige slaap één keer
(23.00 uur). Zodra echter bij laatstgenoemde nerveuze storingen tot uiting
komen, moet de behandeling onmiddellijk afgebroken worden. Geen wekkertherapie,
m.i. is dit al te belastend voor het zwakke zenuwstelsel.
Warme kleding en droog ondergoed. Geen synthetische,
maar katoenen of wollen kleding. Kinderen niet lang in een nat bed laten
liggen, omdat al een geringe urinegeur plassen opnieuw opwekt, daarom mag
hetzelfde bedden‑ en ondergoed niet weer gebruikt worden. Moet het kind
ook 's nachts plassen, gebruik dan een wollen deken of een lang nachthemd of
zelfs een trappelzak, zodat het kind geen kou kan vatten. Overigens wordt het
bedplassen sterk bevorderd door aardstraling onder het bed. Bij isolering of
verplaatsing van het kinderbed houdt het euvel vaak meteen op. Het gaat dan
meer om de elektrische prikkeling van de blaas dan om het niet bewust worden
van het vol‑zijn ervan. Vroegtijdige harding door een overvloedig gebruik
van lucht, licht, zon en water, blootsvoets lopen op warme zomerdagen is
aanbevolen. Daarnaast een krachtige eenvoudige voeding die het lichaam versterkt
en de weerstand vergroot. Zorg voor een geregelde stoelgang. Onderdrukking van
urinedrang, die zo vaak bij kinderen en vooral bij meisjes uit schaamtegevoel
of om andere redenen gesignaleerd wordt, is schadelijk. Op school moet de
bevoegde leerkracht van de kwaal op de hoogte gebracht worden, zodat ook van
die kant medewerking en begrip verwacht mag worden. Men doet om het kind te
helpen droog te blijven, gedroogde duizendblad en Sint Janskruid in het
matras. Bedplassen kan ook in de hand gewerkt worden door jeuk aan de anus,
teweeggebracht door maden, die naar buiten komen, zodra het kind slaapt. Laat
het kind dan knoflookmelk drinken; uiterste hygiëne is noodzakelijk.
Darmparasieten worden aangetrokken door kinderen met weinig elektrisch
lichaamsverweer. Geef het kind niet een te zacht matras om op te slapen, ook
niet met te zware dekens. Met het raam open slapen. Verhoog het voeteneind van
het bed met een houten klos van ongeveer 10 cm. Dit vermindert de druk op de
sluitspier van de blaas. Voor het slapen wordt de blaas nog eenmaal geledigd.
Het hoofdeind nog liever naar het noorden of oosten gericht. Geen stopcontacten
boven het hoofd, want dit zuigt alle elektriciteit uit het kind weg! Ook geen
tv-kijken voor het slapengaan. Tv-uitzetten en de stekker eruit trekken!
Verandering van omgeving en klimaat kunnen reeds een
zekere verbetering geven. Om het kind de controle over zijn blaas en plasgedrag
te geven kan de vader of moeder de kleine kuiltjes achter zijn oren opzoeken en
dan wrijven in de richting van het uitspringende schedelbeen. Gelijktijdig
wrijft iemand anders het kind de voeten in met een wollen doek, dan zullen de
trillingen zich tot in de blaas uitstrekken en de blaas verwarmen. Doet men
dat drie dagen achtereen en wel om de zes uren, dan ontwikkelen zich alle
zenuwvezels, die in verbinding staan met de hypofyse en de
controle-inrichtingen, vooral de nier en de blaas. De hersenen in het
achterhoofd verdelen de etherstoffen, die de hypofyse afgeeft in de onderste
organen, deze reageren dan weer op hun beurt.
Lokale naaldenbehandeling in de vorm van een driehoek
rond het schaambeen, d.w.z., ditmaal niet in een op afstand werkend
acupunctuurpunt, maar ter plaatse van de aandoening. De naaldenbehandeling
eventueel activeren met een warmtelamp, wat een soort moxa‑acupunctuureffect
geeft. Eventueel droog schröpfen (cupping) en hydrotherapie geven. Baunscheidt
achter de oren en de gehele wervelkolom (dus links en rechts van de wervelkolom
op de blaasmeridiaan). Verder een lichte acupressuurbehandeling in combinatie
met reflextherapie. Gesprek voeren met vader of moeder van het kind en de
omstandigheden van het kind onderzoeken.
De behandeling is zeer individueel en richt zich naar
het totale kind. Voor het naar bed gaan wrijft men de binnenkant van de
dijbenen en onderbuik nog in met Sint Janskruidolie. Dit sterkt de zenuwen en
waarschuwt de blaas als deze vol is. Phytotherapeutisch komen vooral planten,
die rijk zijn aan looistof en plantaardige sedativa, in aanmerking.